Knock out show
Uitgangssituatie
Alle tafels en stoelen aan de kant. Voor ieder team ergens aan de zijkant van de zaal een plek maken om te zitten (op tafels, stoelen en de grond).
De opdracht
Als team proberen zo min mogelijk punten te scoren bij de verschillende opdrachten. Per onderdeel kunnen er punten worden gescoord door de opdracht zo goed mogelijk uit te voeren maar ook worden er punten verdiend met het enthousiasme en de creativiteit van het team en of het hele team meedoet. 1 punt voor de winnaar, 2 voor de nummer 2 enzovoort.
Regels:
- Iedereen doet mee.
- Hanteer de regels die bij ieder spel gesteld worden.
- Spreek een commando af waarop iedereen stil is, om het programma goed te laten verlopen is een gestructureerde organisatie belangrijk en is het belangrijk dat de presentator snel de aandacht kan krijgen.
Acties
- Bereid vooraf alle onderdelen voor.
- Zorg ervoor dat alles klaar staat en dat de zaal aangekleed is.
- Maak een taakverdeling onder de instructeurs: een presentator, een DJ en plan in wie welk onderdeel verzorgt.
- Zorg voor een leuke presentatie (verkleed je, gebruik een typetje, etc.)
- Maak een programma van de show op een flip-over vel met tevens een score lijst.
- Zorg ervoor dat er teams worden gemaakt (gem. 10 personen per team).
- Zorg ervoor dat ieder team een teamcaptain krijgt. Hij of zij krijgt de teamcaptain helm, versier deze vooraf. De teamcaptain zorgt voor de goede spirit in het team en neemt de leiding in de keuzes van personen die bepaalde onderdelen gaan doen.
- Maak vooraf een goede muzieklijst voor de DJ.
- Kies vooraf de onderdelen die je gaat aanbieden. Vaak zijn 4 onderdelen voldoende. Hou in je keuze goed rekening met de doelgroep die je voor je hebt.
- Maak vooraf duidelijk wie de jury zijn, dit kan de begeleider van het onderdeel zijn, de presentator (of samen) of bijvoorbeeld docenten.
- Zorg voor vaart in het programma, probeer de aandacht van de groep vast te houden.
- Zet een emotioneel veilige sfeer neer, probeer ervoor te zorgen dat de deelnemers zich op hun gemak voelen en probeer de grenzen hierin duidelijk aan te voelen.
- Maak er een feestje van!
Bobslee
Uitgangssituatie:
Ieder team zit achter elkaar op de grond (in de bobslee). De presentator en 1 andere instructeur zit op een verhoging op een bobslee voor de groep (bijv. een versierde koelbox op een grote, stevige tafel).
De opdracht:
De bobslee trainer geeft aan welke bewegingen je met de bobslee maakt. Als team moet je deze bewegingen zo goed mogelijk nadoen. Hierbij wordt je beoordeeld op enthousiasme, synchroniciteit en fanatisme.
Opbouw:
- Start met de training hierin leer je de teams welke bewegingen er zijn en doe je aantal keer een trainingsronde.
- Vervolgens hebben we de wedstrijd welke beoordeeld wordt door de jury. Hierbij kunnen de punten verdiend worden.
Bewegingen die je kunt doen:
- Vaart maken (Handen paddelen langs het lichaam)
- Bocht naar links (handen in de lucht en naar links buigen)
- Bocht naar rechts (handen in de lucht en naar rechts buigen)
- Lange bocht naar links/rechts (handen in de lucht en lang hangen naar links of rechts)
- Hobbel (hupsje van de grond af)
- Tunnel (naar voren duiken)
- Fotograaf/camera (wijzen naar links/ rechts boven en lachen)
- Toeschouwers (koningin, papa/mama, etc.) (zwaaien)
- He Kijk een …… (wijzen en op de puntjes plaatsen: Vogel, vliegtuig, PBN collega of iets naar keuze!)
- Waterbak (Eerst heel hart vaart maken en dan landen in de waterbak(zet 2 bidons achter de 2e bobslee rijder, die spuit de bidons leeg in de zaal) Gebruik als aflsuiter!
- En alles wat je zelf bedenkt!
Differentiatie:
Paardenrace i.p.v. bobslee. In plaats van dat de deelnemers achter elkaar zitten gaan de deelnemers op een plek in de zaal staan waar ze de trainer goed kunnen zien. Het paard doen ze na door op de benen te trommelen en de commando’s zijn gemaakt om over hindernissen heen te springen, etc.
Belgisch stoelendans
Uitgangssituatie:
De teams lopen/dansen op de muziek. De captains van ieder team hebben een lege krat om materialen te verzamelen.
De opdracht:
Zodra de muziek stopt roept de presentator iets wat de teams bij elkaar moeten krijgen. Zodra ze alles hebben houdt de teamcaptain de krat met daarin al deze spullen omhoog en levert dit in bij de presentator. Het team wat dit als eerste bij elkaar heeft wint.
- Doe meerdere rondes achter elkaar, met een opbouw in complexiteit.
- Voorbeeld van materialen: Pen, Schoen, Sok, Plantje, Docent. In verdere rondes kan je ze ook wat uit de huisjes laten halen, tandenborstel of deo bijvoorbeeld.
- Maak van te voren 3 of 4 rondes met materialen die je wilt gaan vragen. Dan hoef je op het moment niet na te denken en is het makkelijk te controleren!
- Zorg voor genoeg juryleden om in de gaten te houden wie als eerste, tweede etc. is.
- Check altijd of hetgeen wat is ingeleverd juist is
Songfestival (Goeie en leuke afsluiter!)
Uitgangssituatie:
Ieder team zit op zijn eigen plek/in zijn eigen hoek. Ieder team heeft een flipovervel en stift.
De opdracht:
Deel 1: Binnen 2-5 minuten moet iedere groep zo veel mogelijk Nederlandstalige liedjes op het vel schrijven. Iedereen uit de groep moet deze liedjes kennen en kunnen zingen. Als de tijd om is moet iedereen de stift neerleggen en inleveren en komt het tweede deel van de uitleg.
Deel 2: ‘Het songfestival’. De presentator heeft twee signalen, de eerste is naar een groep wijzen en de tweede is een stopteken. Willekeurig wijst de presentator een groep aan. Als jouw groep aan wordt gewezen moet de hele groep één van de liedjes zingen die is opgeschreven. Als het stopteken wordt gegeven stoppen jullie met zingen. En wijst de presentator direct een ander groepje aan. Eén iemand uit ieder groepje neemt de leiding en wijst op het vel aan welk liedje er gezongen gaat worden en zet deze in.
Regels:
- Een lied mag maar één keer gezongen worden (over de hele groep)
- Het lied moet duidelijk hoorbaar en herkenbaar zijn
- De hele groep moet het liedje (uit volle borst) mee kunnen zingen
- Gebruik 3 pylonen als score, eerste fout is 1 pylon weg, 2e is 2e pylon weg en derde is uitgespeeld. (kan ook met 3 ballonnen en kapot maken als er een punt vanaf gaat)
Score:
Het team wat als laatste overblijft is de winnaar.
Materialen:
- Flipover papier
- Stiften
- Pylonen of ballonen
Lepelreis
Let op, kan ook in minute to win it
Uitgangssituatie:
De opdracht wordt door 3 personen uit iedere groep uitgevoerd. Ieder groepje heeft een touw van +- 2 meter waar aan beide uiteindes een lepel zit vastgebonden.
De opdracht:
De lepels en het touw moeten binnen zo een kort mogelijke tijd de volgende reis afleggen:
Via de rechter mouw naar binnen en via de linker mouw weer naar buiten. Dan gaat hij direct door in de rechter mouw van de deelnemer naast hem als hij langs iedereen is gegaan en de tweede lepel komt uit de mouw van de laatste deelnemer stopt de tijd. Welk team dit als eerst heeft gedaan krijgt de meeste punten.
Regels:
- Het touw en de lepels mogen niet opgepropt worden.
- De kleding mag niet uitgetrokken worden om het gemakkelijker te maken.
Materialen:
- 1 stuk touw (±2m) per team
- 2 lepels per team (voor de activiteit in de vriezer leggen maakt het wat leuker!)
Blazoen stapelen
Uitgangssituatie:
Voor ieder team ligt een blazoenvel op de grond.
De opdracht:
Het is de bedoeling om zo veel en zo snel mogelijk teamleden op het blazoen te krijgen te houden.
Regels:
- Je mag niet bij elkaar op de nek/schouders.
- Als de tijd om is moet iedereen blijven staan zodat de jury kan tellen.
Materialen:
- Per team een blazoenvel
Speakerscorner
Uitgangssituatie:
De teamcaptain kiest één iemand uit zijn team met een aardige babbel. Deze persoon gaat deze opdracht uitvoeren. De afgevaardigden van alle teams gaan tijdens de uitleg van het spel naar een afgesloten ruimte. Eén voor één worden ze erbij geroepen en spelen ze het spel. Ze mogen elkaar niet horen. Het onderwerp geef je als de afgevaardigde in de zaal staat.
De opdracht:
Iedere afgevaardigde krijgt zijn eigen moment om zo lang mogelijk te praten over het gekregen onderwerp.
Regels:
- De tijd start zodra de deelnemer het onderwerp te horen heeft gekregen.
- Er mag geen stilte langer dan 3 seconden vallen.
- Er mag geen uh of um gezegd worden, na 3x is de prater af.
Opmerkingen:
- p.v. alle groepjes hetzelfde onderwerp te geven kun je er ook voor kiezen om ieder groepje een ander thema te geven. Het leuke hieraan is dat er niemand naar een afgesloten ruimte hoeft en dat iedereen continue betrokken is bij het spel.
- Bedenk vooraf de onderwerpen of bepaal ze samen met de groep.
Pikkiebaldoosjeduwen
Uitgangssituatie:
Op de grond zijn twee lijnen uitgezet, per team staat er één afgevaardigde achter de startlijn. Iedere afgevaardigde krijgt een touwtje om zijn middel met daaraan een touwtje en aan het uiteinde een bal die ter hoogte van het midden van de scheenbeen hangt.
De opdracht:
Basis: Op de startlijn ligt een hagelslagdoosje, het is de bedoeling dat je dit doosje zo snel mogelijk over de finishlijn krijgt door de bal tegen het doosje aan te slingeren.
Regels:
- Het doosje mag alleen door de bal vooruit worden geschoven.
- De handen mogen niet gebruikt worden om de bal te laten slingeren.
Opmerkingen:
Je kunt differentiëren door een parcourtje te maken, de lengte van het touwtje waar de bal aan hangt aan te passen of de activiteit uit te breiden. Een uitbreiding kan als volgt zijn:
- 2 afgevaardigden per team.
- Persoon 1 bij startlijn + finish is een stoel waar persoon 2 op zit.
- Persoon 1 doet de opdracht zoals die uitgevoerd wordt zonder uitbreiding, de finishlijn wordt vervangen door de stoel: zodra het doosje onder de stoel door is geschoven is die over de finish.
- Vervolgens zit persoon 2 op een raftpomp, aan de raftpomp zit een ballon. De ballon moet worden opgeblazen door zittend de pomp te bedienen. Zodra de ballon vol is legt deze persoon er een knoop in.
- De ballon moet tussen de twee teamleden vervolgens kapot worden gemaakt (bijv. door de ballon op de schoot te leggen en dat de ander hier op gaat zitten waardoor die kapot gaat of tussen de lichamen te klemmen). Het team wat hier het kortst over doet wint, evt. kun je bonuspunten geven aan creativiteit en uitvoering.
NB: bedenk goed of de uitbreiding geschikt is voor jouw groep.
Dance contest
Uitgangssituatie:
De muziek wordt gestart en iedereen laat zijn danskunsten zien.
De opdracht:
Ieder team kiest 2 personen die voor het team punten kunnen verdienen (of de jury/presentator kiest deze) door zo goed en origineel mogelijk te dansen.
Regels:
- Stilstaan = puntenaftrek
- Kleding moet aanblijven
Opmerkingen:
- Bereid de muziek afspeellijst voor, zorg voor muziek waar goed op kan worden gedanst (switch tussen verschillende muziekstijlen).
- De jury bepaalt wie de punten krijgt. Afhankelijk van de groep kun je er ook voor kiezen om hen dit te laten doen (briefje geven en punten verdelen over de andere teams).
Bier estafette (niet voor scholen, ook geen hbo’s)
Uitgangssituatie:
Uit elk team zitten of staan ongeveer 5 mensen naast elkaar.
De opdracht:
Ieder persoon heeft twee biertje in zijn hand. Bij het startteken begint de voorste 1 biertje op te drinken totdat deze op is. Daarna gaat het lege bekertje omgekeerd op het hoofd. Hierna mag de volgende beginnen. De achterste moet dus 2 biertjes achter elkaar drinken. Tot de voorste persoon zijn laatste biertje op zijn hoofd heeft gezet. Dat team heeft gewonnen.