Ga naar hoofdinhoud

Trapeze sprong

Inleiding

De trapezesprong is een spannende activiteit waarbij deelnemers vanaf een paal naar een trapezestok springen. Ze zijn via een integraalgordel aan een aanbindpunt op de rug gezekerd. De installatie bestaat uit drie palen: één paal om op te klimmen en twee palen waaraan de trapezestok hangt.

Materiaal

  • Helm voor de klimmende deelnemer
  • Integraalgordels in diverse maten
  • Omnicarabiner per integraalgordel
  • Grigri en ballockcarabiners
  • Speciaal geknoopt dynamisch zekertouw met 3 uiteinden

Inhangen van het Touw

  1. Bevestigen: Bevestig het hijstouwtje met twee mastworpen aan het zekertouw. De tweede mastworp moet op het uiterste puntje van het touw gelegd worden om door de katrol te kunnen.
  2. Hijsen: Hijs het zekertouw voorzichtig omhoog door aan het hijstouwtje te trekken.
  3. Verwijderen: Haal het hijstouwtje eraf, bos het netjes op rond het plankje en leg het weg.
  4. Knopen: Leg een dubbele achtknoop in het uiteinde van het zekertouw en bevestig hieraan een ballock karabiner.
  5. Bevestigen aan Gri-Gri: Bevestig het andere einde van het zekertouw aan een gri-gri die met een setje van twee ballock carabiners aan de paal is bevestigd. Je zekert dus via de paal en niet via je gordel.

Organisatie met de Groep

  1. Instructie: Geef altijd een complete instructie.
  2. Uitleg: Leg uit hoe de integraalgordel en helm worden aangetrokken.
  3. Plaatsing: Geef aan waar de niet-springende deelnemers plaatsnemen.
  4. Doel: Leg de bedoeling van de activiteit uit en wat te doen als iemand valt of niet verder wil.

Instructie voor Deelnemers

  1. Aantrekken Gordel: Deelnemers trekken de integraalgordel aan zoals uitgelegd.
  2. Klimmen: Deelnemers binden zich in aan het touw met hun neus naar het groepshuis toe en draaien zich vervolgens om om de paal te beklimmen.
  3. Platform: Bovenaan de paal klimmen ze op het kleine plateau. Belangrijk hierbij is om niet het touw in de knoop te draaien.
  4. Armen Laag: Houd de armen en handen laag bij het beklimmen van het plateau. Het touw vasthouden mag niet.
  5. Springen: Vanaf het plateau springt de deelnemer naar de rekstok die 2 meter verderop hangt.
  6. Na de Sprong: Lukt het niet om de rekstok vast te pakken, dan hangt de deelnemer in de gordel. Lukt het wel, dan hangt de deelnemer aan de rekstok en laat los op het teken van de instructeur.
  7. Afdalen: De instructeur laat de deelnemer gecontroleerd zakken.

Gordels Aantrekken

  1. Strak Aantrekken: De integraalgordels moeten goed strak aangetrokken worden zodat de deelnemer het gevoel heeft voorover getrokken te worden.
  2. Omnicarabiner Vastmaken: Bevestig de omni karabiner zodat de twee schouderbanden vastzitten met de platte kant naar de borstkas.
  3. Beenlussen Instellen: Stel de beenlussen goed in en trek vervolgens de schouderbanden aan.
  4. Bandjes Wegwerken: Werk alle bandjes goed weg achter de clipjes.
  5. Juiste Maat: Zorg dat de gordel de juiste maat heeft. De omni karabiner moet op borsthoogte zitten en de aanbindlus achter tussen de schouderbladen.
  6. Kleine Kinderen: Kleine kinderen die niet in een integraalgordel maat 0 passen, kunnen niet deelnemen.

Tips

  • Voorbereiding Volgende Deelnemer: Laat de volgende deelnemer zich alvast gereedmaken met een gordel en helm.
  • Zekeren: Zorg voor minder strakke zekering naarmate de deelnemer hoger klimt om te voorkomen dat ze van de paal worden getrokken.
  • Laten Zakken: Zorg dat de grigri zo gedraaid is dat je makkelijk de hendel kunt overhalen om te voorkomen dat de paal in de weg zit.

Veiligheid

  • Hek Afsluiten: Sluit het hek altijd af na het beëindigen van de activiteit met het cijferslot, code 6263.
  • Instructeur Controle: Als instructeur, controleer altijd alles en bind de deelnemers zelf in.

Volg deze instructies zorgvuldig voor een veilige en plezierige ervaring met de trapezesprong!