Ga naar hoofdinhoud

Materiaal

  • Banden of tonnen
  • Planken of balken.
  • Sisaltouw en mesjes.
  • Steekpeddel per persoon
  • Pompen.
  • Dopjes.
  • Zwemvest per persoon
  • Helm (op stromend water) per persoon

Organisatie en instructie

  • Zorg dat je toestemming hebt om het traject te varen
  • Leg vooraf alle materialen per vlot klaar
  • Zorg dat je alles van te voren goed georganiseerd hebt:
  • waar kleden de deelnemers zich om
  • wat gebeurt er met de droge kleding (die moet bij het eindpunt zijn)
  • Vertel altijd de complete instructie en informeer of deelnemers kunnen zwemmen
  • Geef een goed kledingadvies voor op het water. Schoenen verplicht.
  • Vertel eerst hoe het vlot gebouwd moet worden
  • Geef peddelinstructie en vertel iets over het traject
  • Zorg dat er op tijd iemand eventueel met werplijn bij het uitstappunt is
  • Geef na afloop instructie mbt het opruimen
  • Denk goed na wie je het mesje laat gebruiken

Bouw instructie

  • Bouw in groepjes van vier tot zes personen.
  • Benoem de materialen, de werking van de pompen en benoem dat de mesjes scherp zijn. Je kunt ook zelf touwtjes snijden, dan hoef je de deelnemers ge mes te even.
  • Vertel hoeveel materialen de deelnemers mogen gebruiken: meestal een peddel, een band en een plank per persoon.
  • Geef ongeveer twee pompen per groepje en wat touw met een paar mesjes.
  • Vertel dat de vlotten stevig gemaakt moeten worden. Benoem dat de banden goed hard moeten worden opgepompt, controleer dit ook voor ze het water opgaan.
  • Geef aan hoe lang de deelnemers de tijd krijgen om het vlot te bouwen.
  • Vertel dat de alle peddels weer op het eindpunt moeten komen, dus ze moeten ze goed vasthouden! Peddels niet aan een persoon vastbinden, dit is gevaarlijk!

Vaar instructie

  • Doe de voeten niet in de banden want als er een steen onder water ligt, kan de voet vast komen te zitten, het vlot vaart verder en dan kunnen er blessures ontstaan.
  • Vertel waar het eindpunt is en hoe ze hier het beste naar toe kunnen varen
  • Vertel dat de deelnemers met de groep bij elkaar moeten blijven, dus als er iemand van het vlot valt, moeten ze hem helpen weer op het vlot te komen
  • Vertel dat als er vissers zijn, ze hier ruim omheen moeten varen.