Ga naar hoofdinhoud

Instructie aan deelnemers

Zorg dat je instructie duidelijk en gestructureerd overkomt. Overtuig je ervan dat iedereen goed luistert en alles begrepen heeft. Veel mensen denken verstand te hebben van fietsen. Echter, mountainbikes verschillen qua techniek nogal van andere fietsen en van elkaar. Benoem de belangrijkste onderdelen van de fiets

Introduceer de mountainbike:

Klein en stevig frame, vering, dikke profielbanden, rem- en schakelsysteem, houding op de fiets.

Instructie zadel verstellen

  • Afhankelijk van zijn lengte krijgt een deelnemer de best passende framemaat.
  • Het zadel moet men zo hoog zetten dat men met de bal van beide voeten op de grond kan komen. Dit is lager dan bijvoorbeeld bij een racefiets. Het is niet onverstandig om in erg slecht terrein (en bv. in een afdaling) het zadel nog iets lager te zetten. Het zadel kan men verstellen met de snelsluiter onder het zadel. Let op: de hendel hoeft alleen geopend en weer gesloten te worden, deze mag niet gedraaid worden.
  • BELANGRIJK : Bij het afdalen moet het zadel zo laag mogelijk. Om zo meer ruimte te creëren om je MTB te laten bewegen.

Instructie remmen

  • Om altijd gecontroleerd te kunnen remmen, moeten de beide remmen met beleid worden ingeknepen. Er mag niet geslipt worden, dat gebeurt als er teveel met de achterrem geremd wordt.
  • Rem nooit alleen met je voorrem, je kunt dan over de kop slaan.
  • Zorg dat je weet of de achterrem hendel rechts of links op je stuur zit. Over het algemeen is de rechter remhendel de achterrem en de linker hendel de voorrem.

Instructie over het schakelen:

Bij PBN schakelen we met het rapidfire systeem

  • Het Rapidfire systeem (dit gebruiken we bij PBN):
  • Hier maak je gebruik van handeltjes (shifters) die je met je vingers en duim van stand kunt veranderen.
  • De achterderailleur verstel je met de rechter shifter. Deze bestaat uit twee handels: één die je met de duim indrukt en één die je met de wijsvinger naar je toe haalt. Als je met je duim de hendel van je af drukt ga je naar een groter blad (lichtere versnelling) en als je hem met wijsvinger naar je toe haalt ga je naar een kleiner blad (zwaardere versnelling).
  • De voorderailleur verstel je met de linker shifter. Deze bestaat ook uit twee hendels. Als je met je duim de grootste hendel indrukt ga je naar een groter blad (zwaardere versnelling) en als je hem met je wijsvinger naar je toe haalt ga je naar een kleiner blad (lichtere versnelling).

Instructie sturen:

Om te voorkomen dat het stuur uit de handen slaat op slecht terrein, kan men het stuur het beste als volgt vasthouden:

  • Houd de wijsvinger aan de remhendels zodat men altijd klaar is om te remmen.
  • Houd de duim en de overige vingers stevig om de handgrepen.
  • Houd de armen licht gebogen en redelijk ontspannen.

Instructie helm:

  • Deze houdt men tijdens het fietsen altijd op.
  • Stel de helm zo, dat hij passend is, goed blijft zitten en niet te stak zit.
  • Stel de lussen langs de oren en het kinbandje goed af.

 

De volgende instructies geef je pas als je bij de groene route aankomt.

Instructie afdalen:

  • Bij een afdaling hoeft men niet tot nauwelijks te trappen.
  • Doe als je begint aan een lange afdaling ( blauw of rode route) je zadel wat lager.
  • Ga met de voorvoeten op de pedalen staan, zodat men met het achterwerk boven het achterwiel hangt. Zo ligt het gewicht boven het achterwiel, waardoor het wiel niet weg kan slippen.  Hoe steiler de helling, hoe meer men achterover moet hangen. Op deze manier is er ook de meeste controle over het sturen. Duw je ellenbogen naar buiten. En ook de knieën wijzen naar buiten
  • Gebruik beide remmen. Probeer er voor te zorgen dat het achterwiel niet blokkeert, want dan slipt het wiel weg. Dit kan door de snelheid onder controle te houden, gaat het te langzaam, laat dan de remmen voorzichtig een beetje los.
  • De instructeur fietst voorop, tenzij bij uitzondering, anders afgesproken.
  • Men fietst achter elkaar en houdt rechts.
  • Men mag elkaar niet inhalen tenzij iemand afstapt.
  • Tenzij iemand afstapt gelijk aan de kant.
  • Afstand houden: laat ongeveer tien meter ruimte tussen de deelnemers ontstaan.

Instructie stijgen:

  • Op nat terrein, gras, modder of steen moet men echter op het zadel blijven zitten, zodat het gewicht boven het achterwiel blijft, waardoor dit niet weg kan slippen.
  • Aan de andere kant moet men ook weer enige druk op het stuur blijven geven, want anders trekt men het voorwiel omhoog.
  • Men kan beter te licht geschakeld staan dan te zwaar.
  • Schakel op tijd, voor de helling al naar een kleinere versnelling.
  • Laat de deelnemers zo lang mogelijk op hun fiets zitten, dus steeds een lagere versnelling schakelen, wandelen kan altijd nog.
  • Als deelnemers moeten afstappen, laat ze gelijk aan de kant gaan, zodat de mensen erachter geen last van hem hebben.

Technieken:

Normale bocht:

  • Neem de aanvalshouding ( kont naar achter, ellebogen en knieen wijzen naar buiten.)  aan vóór de bocht.
  • Zorg dat je op juiste snelheid de bocht benadert.
  • Rem dus voor de bocht, indien nodig in de bocht alleen je achterrem gebruiken.
  • Bepaal de juiste lijn ( 1buiten- 2binnen-3buiten).
  • Kijk door de bocht.
  • Houd grip op beide banden.
  • Zet buitenste pedaal laag.
  • Anticipeer tijdig op kuilen en andere objecten door erlangs te kijken * (kijktechniek)

Haarspeldbocht:

Ga voor de bocht zo ver mogelijk naar buiten (1).
Blijf zo lang mogelijk in de buitenbocht (hoog in de kom) 2.
Kijk goed door de bocht.
Gebruik je bovenlichaam om de bocht in te zetten.
Beweeg ontspannen en soepel.
Houd de pedalen in een horizontale positie.
Houd druk op het voorwiel

Kombocht:
Een kombocht heeft vaak dezelfde bocht vorm als een normale bocht, maar het verschil is, is dat een kombocht aan de buitenzijde een opstaande rand heeft en een normale bocht niet.

Neem aanvalshouding aan al vóór je de bocht ingaat.
Zorg voor voldoende snelheid.
Stuur direct hoog de kom in.
Kijk door de bocht.
Plaats de pedalen in horizontale positie maar beter is de buitenste pedaal omlaag te drukken.
Strek je binnenste arm.
Breng je knieën naar de binnenkant van de bocht.
Breng je buitenste elleboog naar buiten.
Versnel door je bovenlichaam naar beneden te brengen.

20% 80% Regel.

Bij 20 % van de bocht de kom opsturen

Bij 80 % van de bocht de kom uit sturen naar het midden van het pad.

Obstakels:

Neem de aanvalshouding aan vóór het object.
Zorg dat je juiste vaart houdt.
Rij het object recht aan.
Druk vóór het object het voorwiel naar beneden.(1)
Breng vervolgens je gewicht naar achter en trek het stuur met je mee omhoog. (2)
Houd de pedalen in horizontale positie.(3)
Op het object breng je gewicht naar voren en trek pedalen mee omhoog.(4)
Plaats de ketting op het grote kettingblad bij hoge obstakels.

Bunnyhop:

Neem de aanvalshouding aan en rijdt op snelheid.
Breng het lichaam omlaag en buig naar het stuur toe.
Verplaats je gewicht explosief naar achter en trek stuur mee.
Strek krachtig je benen en breng je heupen richting stuur.
Trek achterwiel met de pedalen mee omhoog.
Druk het stuur omhoog en van je af en trek de pedalen verder omhoog.
Trek je stuur voor de landing iets omhoog.

Pumptrack

Breng vóór de bult je lichaam naar beneden.(1)
Breng vlak vóór de bult je boven lichaam explosief naar boven.(2)
Breng hierna je lichaam weer omlaag.(3)
Sterk direct na het hoogste punt explosief je arm.(4)
Strek in de afdaling explosief je benen.(5

Drop Off

Controleer van te voren de drop-off.
Zorg voor de juiste snelheid. (niet te hard, niet te zacht) (1)
Kom aanrijden in de aanval houding. (2)
Als je voorwiel bij de rand is verplaats dan je lichaam naar achteren en duw je voorwiel vooruit. (3)
Trek je voorwiel omhoog. (3)
Breng fiets in-lijn met landingsplaats door armen te strekken. (4)
Verplaats heupen naar voren tot boven trapas. (5)
Strek armen en benen. (5)
Vang de landing op door armen en benen in te veren. (6)

Lesopbouw

Kennismaking met MTB:

  • Uitleg plattegrond ( wat gaan we doen)
  • Fietsuitleg
  • Helm pakken & Bescherming aan
  • In fietsten voor de garage ( op en af schakelen)
  • Remproef naar de grindplaat
  • Spel 1: Slalommen
  • Spel 2: Surplace
  • Spel 3: Lage skinny behendigheid
  • Klimproef:
    • Niveau 1: klimmen op de remproef heuvel
    • Niveau 2: klimmen op de het pad naar de bungalow

Spel 1:

Slalom is bij het gebruik van het parcours een belangrijk spel.
hiermee zorg je dat de deelnemers hun mtb schuin in de bocht gaan houden.
– zet met hoedjes een slalom uit.

  • zet met hoedjes een slalom uit
  • laat ze eerst normaal slalommem mtb blijft recht op
  • laat de deelnemers hun mtb steeds schuiner houden boven de hoedjes.
  • Arm aan de kan van het hoedje gestrekt
  • Arm het verst van het hoedje omhoog

Spel 2

Alom bekende surplace, belangrijk spel om tijdens de brug en andere skinnies evenwicht te houden op de fiets.

Maak het vierkant steeds kleiner, of doe een wedstrijdje van de ene naar de andere kant, zo langzaam mogelijk, zonder de grond te raken.

Spel 3

Leg een mijnenveld balk neer. En laat men daar overheen rijden.

Hiermee stimuleer je de evenwicht op de mtb. En train je ze voor de skinnies op het parcours.

Trail 1 GROEN

Belangrijk is dat je focust per feature. En geen combinaties aanbied.
Als je features niet gebruikt, dien je deze af te zetten met pylonnen.

  • Ronde fietsen ( wennen aan de klim en afdaling)
  • Kombochten introduceren.
  • Skinnies ( balken rijden)
  • Drop 1
    • Laten zien wat de techniek is. (landingshouding is belangrijk> corespanning)
    • Starten met er overheen rollen
    • Er overheen rollen met uitduwen zodat de 2 banden tegelijk neer komen
    • Pop before the drop. (ervaren)
      • Voor de feature voorvering indrukken.
      • Op de feature de voorband naar voren drukken en je stuur omhoogtrekken.
      • Lichaam komt ook omhoog.
    • Drop 2
      • Laten zien wat de techniek is. (landingshouding is belangrijk> corespanning)
      • Starten met er overheen rollen ( goed het lichaam naar achter)
      • Er overheen rollen met uitduwen zodat de 2 banden tegelijk neer komen
      • Pop before the drop. (ervaren)
        • Voor de feature voorvering indrukken.
        • Op de feature de voorband naar voren drukken en je stuur omhoogtrekken.
        • Lichaam komt ook omhoog.
      • Kombocht met klim. (kombocht beneden)
        • Focus op tijdig klaar zijn met schakelen. ( lichte versnelling)
        • Daarna gelijk in de klimhouding.
        • Rustig doortrappen.

Trail 2 BLAUW

Maak een goede inschatting of de groep behendig genoeg is om het bovenste deel te fietsen.

  • Uitleg hoe te fietsen naar de start van het parcours.
  • Uitleg klimmen naar de start. (pylonnen neerzetten)

Trail 2 Kombochten sectie

  • Begin kombocht. De bocht onder in de bocht fietsen, rollend naar beneden
  • Kijktechniek, 5 meter voor je kijken in de kombocht.
  • Pendalen horizontaal.
  • Fiets haaks op de bocht. ( zie technieken hierboven)
  • 20/80 regel : bij 20% van de bocht op de kom sturen bij 80% er uit sturen.
  • Kombochten steeds hoger pakken. Dit kan doormiddel van lage dopjes/hoedjes.

Trail 2 Kombochten + wallrides + technische bocht

LET OP! Doe eerst een trackwalk met de deelnemers. Als instructeur neem je je MTB mee om elke feature te laten zien. Als instructeur ga je staan op de gekapte boom bij de eerste wallride.

  • Start kombochten 2 x .
  • Rollend naar de wallride ( haal de snelheid eruit door te coachen)
  • Wallride berijden door de middenlijn aan te houden.
  • Rustig bijremmen na de eerste wallride om de 2e wallride rollend te nemen.
  • Uitrijden op of langs de laatste rocky feature.

Trail 3 ROOD

Maak een goede inschatting of de groep de bovenste gedeelte van de trail kan rijden. ( De Brug)

Trail 3 De brug

  • Doe van te voren een trailwalk om te laten zien wat er aan komt.
  • Indien je de brug gaat fietsen moet je tijdens het inrijden (spel) surplace gedaan hebben. En er voor zorgen dat de groep op lage snelheid over obstakels kan rijden.
  • Als instructeur sta je aan de dal kant om een eventueel vallende deelnemer op te vangen.
  • Laat de deelnemers één voor één het obstakel nemen
  • Let Op groep uitlaten rijden en laten wachten net na de TOKKELTOREN.

Trail 3 Steile afdaling

De steile afdaling kan overgeslagen worden door het bovenste gedeelte van het parcours over te slaan. Je kan dan het parcours betreden vanaf huis 2.

  • Afdaaltechniek gebruiken.
  • Rollend naar beneden. Niet bijtrappen.
  • Remmen NA de rockgarden.
  • De groep laten wachten  naast het parcours

Trail 3 Dubbele kom met hop-op

Deze kombochten zijn wat dieper dan de bochten in de kombochten sessie.

  • Bochten rollend nemen
  • Pendalen horizontaal
  • Afdaalhouding + aanvalshouding (knieën naar buiten+ ellenbogen naar buiten)

Na deze passage het parcours uitrollen over de stenen d.m.v. afdaalhouding/ aanvalshouding.

Trail 3  Steile haakse bocht.

Deze bocht is een technische bocht om de boom heen.

  • De bocht rustig insturen op rolsnelheid.
  • De voorband laten rollen over de helling.
  • Niet te dicht bij de boom insturen.

 

Trail 3  Kombochten

  • Begin kombocht. De bocht onder in de bocht fietsen, rollend naar beneden
  • Kijktechniek, 5 meter voor je kijken in de kombocht.
  • Pendalen horizontaal.
  • Fiets haaks op de bocht.

 

LET OP DROPS AFZETTEN!  Anders pakken ze deze zonder toezicht mee.

 

Risico analyse: Deze maak je op basis van de omstandigheden en de groep die je gaat begeleiden. Deze zal dus per poging/evenement ander zijn.
Deelnemers

Risico

Deelnemers

Risico gevolg

Deelnemers

Beheersmaatregel

Bang Dnmr is bang en gaat gespannen in de verkeerde houding van het parcours af.

Gespannen remmen kans op vallen of verkeerd remmen

Geruststellen en coaching op het parcours. Instructeur kan ook voor fietsen en samen van het parcours afgaan.

Indien nodig kan deelnemer ook chickenruns nemen.

Onervaren op de fiets Dnmr heeft geen tot weinig ervaring op de fiets Volledige duidelijke uitleg. Een goed plaatje geven en elke feature appart uitleggen.

Ga vooral niet te snel.

Afleiding/ niet concentreren Dnmr is afgeleid door andere activiteiten/ andere deelenemers Dnmr, vertellen dat ze zich moeten concentreren door 7 meter kijk techniek * (7 meter vooruit kijken waar je naar toe wilt)
Te gemakzuchtig/ overschatten van jezelf Dnmr, is te gemakzuchtig en of overschat zichzelf. Gaat over de grens van zijn eigen kunnen. Dnmr, afremmen door te coachen door op het juiste punt te staan.
Fysiek niet gesteld -Vermoeid

-Ziek

-Geblesseerd

-Conditionele beperking

Zorgen er voor dat de deelnemer niet het parcours veilig kan klimmen/ afdalen.

Van de voren vragen wat de ervaringen zijn. Hoe men er in staat en of er blessures zijn.

Deelnemers eerst het parcours te laten zien / scouten van het parcours met de deelnemers.

Instructeur

Risico

Instructeur

Risico gevolg

Instructeur

Beheersmaatregel

Onervaren op het parcours Instructeur gaat zonder te scouten het parcours op waardoor hij onervaren deelnemers van de rode route laat afgaan.  Gaat niet op de juiste coachingsplekken staan en weet niet de cruciale punten in het parcours. Instructeurs goed opleiden. Instructeurs delen do’s en don’ts met elkaar.
Eigenvaardigheid Instructeur heeft geen goede techniek dus kan het niet goed voordoen. Deelnemers nemen deze techniek over waardoor met op de verkeerde manier klimt/ afdaalt Opleiding van de instructeurs.
Fitheid Instructeur is niet fit genoeg waardoor hij de activiteit niet goed kan voor doen.
Instructie Inst. Deelt niet de hele instructie of de instructie op de juiste plek. Waardoor er gevaarlijke situaties ontstaan Instructeurs goed instrueren en opleiden waar wat verteld wordt.
Materialen

Risico

Materialen

Risico gevolg

Materialen

Beheersmaatregel

MTB is niet op orde Bij het rijden van het parcours/ features.

Komen er onderdelen los

Bij het klaarzetten alle functies van de MTB checken
Helm is niet goed  Glijd naar achter op het hoofd Helm uitleg juist en visueel checken
Locatie

Risico

Locatie

Risico gevolg

Locatie

Beheersmaatregel

Parcours Groen

– slipgevaar

– skinnies

– Drop A

– Drop B

-Kombochten

Parcours kan door regen of slijtage glad zijn. Waardoor er slipgevaar vormt.

Skinnies kunnen glad zijn, waardoor men er af glijdt.

Drop A kan glad zijn.

Drop B kan glad zijn en  (te) hoog

Erosie van de kombocht.

Slipgevaar waarschuwen, techniek uitleggen hoe hier mee om te gaan.

Uitleggen hoe een skinny bereden moet worden

Drop A uitleggen hoe te bereiden met de MTB. ( kan er af rollen)  er vooral niet op remmen.

Drop B uitleggen hoe te bereiden met de MTB. ( Drop techniek gebruiken) er vooral niet op remmen.

Kombocht kan Brokkelen waardoor de bocht niet helemaal meer lekker te nemen is.  Af en toe onderhoud plegen is belangrijk.

Parcours blauw

– slipgevaar

– kombochten

– houten northshores

-wortel passages

– rockgarden

Dit parcours is iets steiler waardoor de kombochten in natte tijden nog wat gladder kunnen zijn.

De Northshore onderdelen zijn glad tijdens de regen.

Wortelpassages kunnen glad zijn en valgevaar opleveren

Rockgarden is een mix van hout en stenen. Liggen plat. Maar naast deze passage is er kaphout wat een eventueel gevaar op kan leveren

Kombochten niet te hoog in sturen

 

Wall rides overslaan tijdens of na harde regen.

 

Wortelpassage uitleggen en langzaam passeren.

 

Rockgarden kan vermeiden worden. Indien gebruik eerst uitleg hoe hierover te rijden.

Parcours Rood

-slipgevaar

– kombochten

– houten brug

– Steile afdaling met Romeinen stenen

 

Dit parcours is iets steiler waardoor de kombochten in natte tijden nog wat gladder kunnen zijn.

De Northshore (houten brug) onderdelen zijn glad tijdens de regen.

De steile afdaling kan er voorzorgen dat er angst ontstaat , de deelnemer te hard gaat remmen op de romeinse keien. Waardoor deze slipt.

 

 

 

 

 

Kombochten niet te hoog in sturen

 

brug overslaan tijdens of na harde regen. Maar deze is horizontaal en minder afhankelijk van de regen.

 

De steile afdaling moet met elke groep begeleid worden.

Men moet hier rustig in de juiste houding afdalen.

Hier is een punt waar de instructeur kan coachen.

*Net na de romeinen stenen.

Voor de deelnemers waarvoor deze passage te moeilijk is kunnen ook instromen/ uitstomen halverwege de afdaling.

 

 

Weer

Risico

Weer

Risico gevolg

Weer

Beheersmaatregel

Regen De Northshore (houten brug) onderdelen zijn glad tijdens de regen.

De steile afdaling kan er voorzorgen dat er angst ontstaat , de deelnemer te hard gaat remmen op de romeinse keien. Waardoor deze slipt.

 

Paden worden modderig, eventueel grintstorten op te modderige/ gladde delen.

Regen kan een overweging zijn om dit deel van het parcours niet te gebruiken.

Deze kunnen glad worden tijdens lange regenval.

Warmte Kombochten worden mul Af en toe sproeien van het parcours. Als instructeur eerst spotten