Ga naar hoofdinhoud

Inleiding

Bij een sterloop krijgen de deelnemers alleen een papier met daarop een aantal coördinaten die ze dienen te vinden. Op de plek van de coördinaten kan je opdrachten klaarleggen of bijvoorbeeld OTL knijpers neerleggen. Per gevonden post kan je punten geven of de deelnemers dienen alle posten zo snel mogelijk te vinden.

De deelnemers starten vanuit een centraal punt en lopen steeds naar verschillende hoeken of richtingen, net als de stralen van een ster.

Materiaal

  • Een startpunt (kan een pion zijn, ook een boom, bankje etc.)
  • Kaartje met oriëntatiepunten
  • Knijpers waarmee je de opdracht kaartjes kan doorprikken
  • kompas

Instructie

De deelnemers moeten verschillende kaartjes met oriëntatiepunten voltooien.

Leg aan de deelnemers uit hoe ze het kompas moeten gebruiken.

Op het kaartje vinden de deelnemers een aantal stappen en een aantal graden. Bijv 20 stappen 60 graden. De deelnemers moeten nu het kompas op 60 graden draaien en vervolgens 20 stappen doen in de looprichting. De looprichting vind je onderaan het kompas aangegeven met een rood pijltje.

Wanneer het de deelnemer lukt om op de juiste plek aan te komen hangt hier een knijper waarmee ze in het kaartje met de oriëntatiepunten kunnen knijpen. Hier komt vervolgens een gaatje in.

Sommige opdrachtkaartjes bestaan uit meerdere oplopende koersen die je achtereenvolgend uitvoert.

Bijvoorbeeld:

60 graden, 20 stappen

80 graden, 10 stappen

40 graden 12 stappen

Je wordt zo eerst naar het eerste punt geleid waarbij je op dit punt moet navigeren naar het volgende punt. En vanuit hier vervolgens naar het laatste punt.

Pas bij het laatste punt kun je dan pas een knijper vinden.