Tafel-/kennismakingsspelletjes
De tafelspelletje kun je gebruiken als kennismakingsspelletjes of als vulling voor een spelavond. De kennismakingsspelletjes zijn voornamelijk bedoeld voor groepen waarin de groepsleden elkaar nog niet (zo goed) kennen. Door middel van de spelletjes leren de groepsleden elkaar beter kennen.
Uitgangssituatie
Je verdeelt de groep in kleinere groepjes, het aantal is afhankelijk van het aantal deelnemers en het aantal instructeurs dat je hebt. Bij elk spel zijn twee groepjes aanwezig en na ongeveer 10 minuten vindt er een centrale wissel plaats.
Je zorgt dat van te voren alle materialen voor de spellen worden klaargezet en er een ruimte is (afgezet) om het spel te spelen.
Organisatie
De helft van de groepjes zijn groep A (of de binnenkant) en de helft is B (de buitenkant). Groepjes A draaien met de klok mee door naar het volgende spel, alle groepjes B tegen de klok in.
Van te voren bepaal je:
- Grootte van de groepjes
- Het aantal onderdelen en welke onderdelen
- Hoeveel tijd per onderdeel
- Hoe er wordt doorgedraaid
- Hoe er wordt aangegeven dat er doorgedraaid moet worden
Eventuele opdrachten
De opdrachten kun je natuurlijk zelf verzinnen, maar hieronder alvast een paar suggesties:
- … keer opdrukken
- … keer buikspieren
- zing uit volle borst Vader Jacob
- Doe een dans van 2 x 8 tellen
- Beeld een dier zo uit dat de overige groepsleden kunnen raden wat het is
- Vertel een leuke mop
- Maak een handstand (evt. tegen de muur) en probeer deze minstens 30 seconden vast te houden
- Haal voor iedereen een glas limonade
- Noem alle namen van de instructeurs
- Hinkel op één been terwijl je het Nederlands volkslied zingt
- Vouw een bootje van een A-4tje
- Sus je rechter buurman/vrouw ‘in slaap’ terwijl je slaap kindje slaap zingt
- Verwissel binnen … seconden je linker met je rechter schoenveter
- Vertel waar het over ging in je laatste aardrijkskunde/economie/…. les
Krantje mep
Uitgangssituatie:
De groep zit in een kring en een persoon staat in het midden, met een opgerolde krant.
De opdracht:
Iemand vanuit de kring noemt een naam van een van de anderen. De persoon met de krant probeert deze persoon een klap met de krant te geven voordat deze een andere naam zegt. Iedere keer moet dus de persoon wiens naam genoemd is een nieuwe naam roepen voordat jij een klap op zijn kop krijgt.
Regels
- Je bent af en je moet in het midden staan als je een klap op je kop met de krant krijgt voordat je een andere naam hebt genoemd.
- Als je een naam noemt van iemand die er niet is
- Als je een naam verkeerd zegt
Materialen:
- Een aantal opgerolde kranten (of flipovervellen) al dan niet vast getapet.
Houga (juffen)
Uitgangssituatie:
Iedereen zit om een tafel. Als er een fout gemaakt is moet de persoon een namenronde maken. Als dat ook niet goed gaat, of niet binnen een bepaalde tijd, krijgt hij een stip op zijn voorhoofd.
De opdracht:
Om de beurt moet iemand een getal noemen. We beginnen bij 1 en tellen gewoon door. Alle getallen die echter een veelvoud van 7 zijn of waar een 7 in voorkomt mogen niet genoemd worden, maar worden vervangen door HOUGA.
Regels:
Als er een fout gemaakt is moet de persoon een namenronde maken. Als dat ook niet goed gaat, of niet binnen een bepaalde tijd, krijgt hij een stip op zijn voorhoofd.
Materialen:
- Schmink, stift o.i.d.
Variaties:
- Begin bij een ander getal
- Verander de speelrichting na elke Houga
- Ook dubbele getallen (11, 22, 33, etc.) mogen niet benoemd worden
Hoi Boer
Uitgangssituatie:
De groep zit om een tafel en de spelleider draait een kaart om van een pak speelkaarten.
De opdracht:
Bij een aantal kaarten moet een beweging of actie uitgevoerd worden.
De acties / bewegingen:
- Boer – Hoi Boer roepen
- Vrouw – rechter hand op het midden van de tafel
- Heer – Opstaan en salueren
- Aas – Op de stoel gaan staan
Regels
Als iemand een foute beweging of actie maakt moet deze persoon alle namen van de groep noemen. Als er een fout in de namenronde gemaakt wordt, krijgt deze persoon een stip op zijn voorhoofd. Na de 2e stip krijg je een opdracht.
Als je als laatste met je hand op tafel bent als er een vrouw wordt omgedraaid dan krijg je ook een opdracht/stip.
Materialen:
- Pak speelkaarten
- Schmink, stift, o.i.d.
Differentiatie:
- Er kunnen eigen commando’s bedacht worden.
- Er kan een variatie in kaarten/commando’s bedacht worden.
Kip ik heb je
Uitgangssituatie:
Iedereen staat in tweetallen klaar, de tweetallen staan achter elkaar. De achterste heeft zijn handen op zijn rug. Alle tweetallen staan naast elkaar.
De opdracht:
1 persoon staat voor alle tweetallen. Deze persoon roept een naam van een van de voorste personen. Deze persoon moet dan zo snel mogelijk naar voren rennen, voordat degene achter hem, hem kan grijpen.
Regels
Als het lukt om naar de ‘commandant’ te komen, dan mag deze persoon de nieuwe commandant worden, en de oude gaat achter de persoon staan waar de ander net is weggerend. En zo schuift het steeds door. Als de geroepen persoon wel wordt gegrepen door de achterste persoon moet hij blijven staan.
Handje klap
Uitgangssituatie:
Iedereen zit rond de tafel met zijn handen op tafel gekruist over die van zijn buren.
De opdracht:
1 persoon begint met de hand op tafel te slaan en daarna moet er op de rij af met de handen geslagen worden. Als er iemand 2 keer kort achter elkaar slaat, dan gaat het de andere kant op.
Regels
Als iemand een fout maakt, dan moet deze hand weg. Als iemand dus 2 keer fout is, kan hij dus niet meer meedoen, net zolang tot er 2 winnaars zijn.
Kaartje blazen
Uitgangssituatie:
In tweetallen tegenover elkaar plaats genomen wordt er een pak speelkaarten op een flesje geplaatst.
De opdracht:
De speelkaarten moeten er zonder ze aan te raken afgeblazen worden.
Regels
- Er moet er altijd minimaal 1 afgeblazen worden.
- De persoon die de laatste eraf blaast is de verliezer.
- Speel met maximaal 6 mensen
- Als er een fout gemaakt is moet de persoon een namenronde maken
- Als dat ook niet goed gaat, of niet binnen een bepaalde tijd, krijg je een stip op je voorhoofd. Na de 2e stip krijg je een opdracht.
Materialen:
- Speelkaarten (aantal pakjes afhankelijk van aantal velden)
- Lege flesjes (aantal afhankelijk van aantal velden)
Groot dobbelspel
Uitgangssituatie:
De groep zit in een kring.
De opdracht:
Met een dobbelsteen gooien, het aantal ogen correspondeert met een opdracht
Regels
- Noem alle namen van je groepsleden
- Vertel 5 dingen over jezelf (ben je voor de 2e
keer aan de beurt, dan vertel je 5 andere
dingen) - Als je voor één dag een celebrity zou mogen zijn, wie zou je dan willen zijn en waarom? (de persoon hoeft niet meer in leven te zijn)
- Wat wil je later worden en waarom
- Vertel over wat je afgelopen (zomer/herfst/winter) vakantie hebt gedaan
- Stel een originele vraag aan je buurman rechts
Materialen:
- Opdrachten lijst (in het groot
- Grote of kleine dobbelsteen
Lucifer stapelen
Uitgangssituatie:
Iedereen zit om de tafel
De opdracht:
Om de beurt moet iemand een lucifer op de hals van een bierflesje plaatsen.
Regels
Zodra de stapel omvalt, moet diegene die hem liet vallen alle namen van de groep opnoemen.
Materialen:
- Bierflesje
- Lucifers